„zetten“: werkwoord zettenwerkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) setzen, stellen, kochen, machen, einrenken setzen, stellen zetten zetten kochen, machen Kaffee, Tee zetten zetten einrenken Glied zetten zetten exemples iets niet kunnen zetten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iets | etwasetwas nicht ausstehen können figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iets niet kunnen zetten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig in elkaar zetten zusammensetzen, -bauen organisieren, einrichten zusammenstellen, erstellen in elkaar zetten in goud zetten in Gold fassen in goud zetten op papier (of | oderod schrift) zetten zu Papier bringen op papier (of | oderod schrift) zetten op rente zetten (verzinslich) anlegen, verzinsen op rente zetten masquer les exemplesmontrer plus d’exemples