twee

"twee" - traduction Allemand

„twee“: telwoord

telwoord | Zahlwort num

Vue d'ensemble de toutes les traductions

(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)

zwei

zwei
twee

twee

exemples

in twee(ën)

entzwei

in zwei Teile

in twee(ën)
met z’n (of | oderod ons) tweetjes

zu zweit

met z’n (of | oderod ons) tweetjes
twee

zu zweit, paarweise

twee
op twee na de grootste

der drittgrößte

op twee na de grootste

masquer les exemplesmontrer plus d’exemples

„twee“: zelfstandig naamwoord

twee

zelfstandig naamwoord | Substantiv subst

Vue d'ensemble de toutes les traductions

(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)

Zwei

Zweivrouwelijk | Femininum, weiblich f
twee

twee

Exemples d'usage pour "twee"

op twee ronden

(mit) zwei Runden im Rückstand

op twee ronden

zich in twee rijen opstellen

Spalier bilden

zich in twee rijen opstellen

op twee oren slapen

ganz beruhigt sein

op twee oren slapen

à twee euro per stuk

zwei Euro pro (of | oderod je) Stück

à twee euro per stuk

twee aan twee

jeweils zu zweit

twee aan twee

met twee woorden spreken

höflich sein

met twee woorden spreken

twee handenmeervoud | Plural pl op één buik zijn

ein Herz und eine Seele sein, unter einer Decke stecken

twee handenmeervoud | Plural pl op één buik zijn

een bedrag van (of | oderod met) twee cijfers

zweistellig

een bedrag van (of | oderod met) twee cijfers

twee dagen/keer/… op rij

zwei Tage / zweimal/… hintereinander

twee dagen/keer/… op rij

het mes snijdt aan twee kanten

das bringt doppelten Vorteil, da schlagen wir zwei Fliegen mit einer Klappe figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

het mes snijdt aan twee kanten

twee jaar voorwaardelijk

zwei Jahreonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl (Gefängnis) mit Bewährung

twee jaar voorwaardelijk

in twee tellen

im Nu

in twee tellen

kwart over twee

Viertel nach zwei

kwart over twee

twee huizenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl onder één kap

Doppelhausonzijdig | Neutrum, sächlich n

twee huizenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl onder één kap

tussen twee vuren zitten

zwischen Baum und Borke sitzen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

tussen twee vuren zitten

twee à drie dagenmeervoud | Plural pl

zwei bis drei Tagemannelijk meervoud | Maskulinum Plural mpl

twee à drie dagenmeervoud | Plural pl

als twee druppelsmeervoud | Plural pl water op elkaar lijken

sich gleichen wie ein Ei dem anderen

als twee druppelsmeervoud | Plural pl water op elkaar lijken

iemand met twee petten (op)

jemand mit zwei Funktionen omgangstaal | umgangssprachlichumg

iemand met twee petten (op)

om de twee jaar

alle zwei Jahre, jedes zweite Jahr

om de twee jaar

Traduction Néerlandais-Allemand de "twee"

"twee" - traduction Allemand

„twee“: telwoord

twee

Vue d'ensemble de toutes les traductions

„twee“: zelfstandig naamwoord

twee

Vue d'ensemble de toutes les traductions

Exemples d'usage pour "twee"