neus

„neus“: zelfstandig naamwoord

[nøːs]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <neuzen>

Vue d'ensemble de toutes les traductions

(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)

Nase, Gespür, Schuh-Kappe, Bug

Nasevrouwelijk | Femininum, weiblich f
neus

neus
ook | aucha. Gespüronzijdig | Neutrum, sächlich n
neus figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

neus figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
(Schuh-)Kappevrouwelijk | Femininum, weiblich f
neus

neus
Bugmannelijk | Maskulinum, männlich m
neus zee- en scheepvaart | Nautik/SchifffahrtSCHIFF luchtvaart | LuftfahrtFLUG

neus zee- en scheepvaart | Nautik/SchifffahrtSCHIFF luchtvaart | LuftfahrtFLUG

exemples

een wassen neus figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

eine reine Formsache figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

een wassen neus figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
een wassen neus

ein abgekartetes Spiel

een wassen neus
dikke neus! populair | populär, salopppop

Pustekuchen! populair | populär, salopppop

dikke neus! populair | populär, salopppop
doen alsof zijn neus bloedt figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

den Ahnungslosen spielen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

doen alsof zijn neus bloedt figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
zijn neus ophalen (of | oderod optrekken) voor

die Nase rümpfen über (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)

zijn neus ophalen (of | oderod optrekken) voor
iemand iets aan zijn neus hangen omgangstaal | umgangssprachlichumg

jemandemiets | etwas etwas auf die Nase binden omgangstaal | umgangssprachlichumg

iemand iets aan zijn neus hangen omgangstaal | umgangssprachlichumg
aan iemands neus voorbijgaan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

jemandem durch die Lappen gehen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

aan iemands neus voorbijgaan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
iemand bij de neus nemen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

jemanden an der Nase herumführen, jemanden hochnehmen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

iemand bij de neus nemen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
langs zijn neus weg figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

(so) ganz nebenbei figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

langs zijn neus weg figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
tussen neus en lippen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

zwischen Tür und Angel figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

tussen neus en lippen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
tussen neus en lippen

nebenher, beiläufig

tussen neus en lippen
dat laat ik me niet door de neus boren

das lasse ich mir nicht nehmen

dat laat ik me niet door de neus boren
wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht

wer schlecht über seine Nachkommen spricht, begibt sich selbst in Schande

wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht

masquer les exemplesmontrer plus d’exemples

Traduction Néerlandais-Allemand de "neus"

"neus" - traduction Allemand

„neus“: zelfstandig naamwoord

neus

Vue d'ensemble de toutes les traductions

Exemples d'usage pour "neus"