„eens“ eens [eːns] [ə(n)s] Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) einmal, einig, einst (ein)mal eens eens einig eens eens einst eens eens exemples wacht eens even! warte mal (einen Moment)! wacht eens even! er was eens es war einmal er was eens het eens worden/zijn sich einig werden/sein het eens worden/zijn eens zo groot doppelt so groß eens zo groot eens (en) voor al(tijd) ein für alle Mal eens (en) voor al(tijd) maar eens in de 10 jaar nur ein Mal in 10 Jahren, alle 10 Jahre nur ein Mal maar eens in de 10 jaar masquer les exemplesmontrer plus d’exemples