„drijven“: werkwoord drijven [ˈdrɛĭv̊-]werkwoord | Verb v <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) treiben, schwimmen, ziehen treiben drijven drijven schwimmen drijven drijven ziehen Wolken drijven drijven exemples iets tot het uiterste drijven iets | etwasetwas auf die Spitze treiben iets tot het uiterste drijven zich drijvende houden ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig sich über Wasser haltenook | auch a. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig zich drijvende houden ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig