„lucht“: zelfstandig naamwoord lucht [lɵxt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Luft, Himmel, Duft, Geruch Luftvrouwelijk | Femininum, weiblich f lucht lucht Himmelmannelijk | Maskulinum, männlich m lucht lucht Duftmannelijk | Maskulinum, männlich m lucht lucht Geruchmannelijk | Maskulinum, männlich m lucht lucht in de open lucht → voir „openlucht“ in de open lucht → voir „openlucht“ exemples warme lucht Warmluftvrouwelijk | Femininum, weiblich f warme lucht in de lucht hangen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig in der Schwebe sein figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig in de lucht hangen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig in de lucht jagen (of | oderod laten vliegen) ook | aucha. sprengen in de lucht jagen (of | oderod laten vliegen) iets zit in de lucht iets | etwasetwas liegt in der Luft iets zit in de lucht uit de lucht gegrepen aus der Luft gegriffen uit de lucht gegrepen verandering van lucht Luftveränderungvrouwelijk | Femininum, weiblich f verandering van lucht lucht krijgen van Wind bekommen von (datief, 3e naamval | Dativdat) lucht krijgen van masquer les exemplesmontrer plus d’exemples