„opgeven“: werkwoord opgevenwerkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) aufgeben, angeben, anführen, melden, brechen, auswerfen aufgeben opgeven opgeven angeben opgeven opgeven ook | aucha. anführen Grund opgeven opgeven melden opgeven opgeven brechen, auswerfen Blut opgeven opgeven exemples zich opgeven voor sich (an)melden für (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) zich opgeven voor hoog opgeven van schwärmen von (datief, 3e naamval | Dativdat) rühmen hoog opgeven van geef op! gib her!, her(aus) damit! geef op!