„naam“: zelfstandig naamwoord naamzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <namen> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Name, Ruf Namemannelijk | Maskulinum, männlich m naam naam Rufmannelijk | Maskulinum, männlich m naam naam naam → voir „name“ naam → voir „name“ exemples een slechte naam bezorgen in Verruf bringen een slechte naam bezorgen het mag geen naam hebben es ist nicht der Rede wert het mag geen naam hebben naam maken sich einen Namen machen naam maken in (of | oderod uit) naam van im Namen (genitief, 2e naamval | Genitivgen) in (of | oderod uit) naam van (alleen) van (of | oderod in) naam (nur) dem Namen nach (alleen) van (of | oderod in) naam masquer les exemplesmontrer plus d’exemples