„heel“: bijvoeglijk naamwoord heelbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) ganz, heil, unversehrt ganz heel heel heil, unversehrt heel heel „heel“: bijwoord heelbijwoord | Adverb adv Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) sehr ook | aucha. sehr heel heel exemples heel de dag, de hele dag den ganzen Tag heel de dag, de hele dag heel wat mancherlei, eine Menge heel wat niets heel laten aan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig kein gutes Haar lassen an (datief, 3e naamval | Dativdat) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig niets heel laten aan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig