„zuwider“ zuwider [-ˈviː-] <Dativ | datief, 3e naamvaldat> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) tegen, in strijd met tegen, in strijd met zuwider zuwider exemples zuwider sein (Dativ | datief, 3e naamvaldat) tegenstaan zuwider sein (Dativ | datief, 3e naamvaldat) zuwider sein (Dativ | datief, 3e naamvaldat) dem Gesetz in strijd zijn met zuwider sein (Dativ | datief, 3e naamvaldat) dem Gesetz er ist mir zuwider ik heb een hekel aan hem er ist mir zuwider