„vorm“: zelfstandig naamwoord vormzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Form, Gestalt Formvrouwelijk | Femininum, weiblich f vorm Gestaltvrouwelijk | Femininum, weiblich f vorm vorm exemples lijdende vorm grammatica | GrammatikGRAM Passivonzijdig | Neutrum, sächlich n Leideformvrouwelijk | Femininum, weiblich f lijdende vorm grammatica | GrammatikGRAM vorm aannemen Gestalt annehmen, sich gestalten vorm aannemen (een) vorm geven (aan) ook | aucha. gestalten (een) vorm geven (aan) in vorm zijn in Form sein in vorm zijn uit vorm zijn nicht in Form sein uit vorm zijn voor de vorm der Form halber voor de vorm masquer les exemplesmontrer plus d’exemples