„uitwijzen“: werkwoord uitwijzen [ˈ-νɛĭz-]werkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) ausweisen, abschieben ausweisen uitwijzen uitwijzen abschieben aus einem Landook | auch a. uitwijzen uitwijzen exemples (het) uitwijzen lehren, zeigen (het) uitwijzen de tijd zal het uitwijzen die Zeit wird es lehren de tijd zal het uitwijzen zich uitwijzen sich erweisen, sich zeigen zich uitwijzen