„uitpraten“: werkwoord uitpratenwerkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) ausreden ausreden uitpraten uitpraten exemples het uitpraten sich aussprechen het uitpraten niet uitgepraat raken over in einem fort sprechen über (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) niet uitgepraat raken over