uitkomen
[ˈ-koːm-]werkwoord | Verb vVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- herauskommenuitkomenuitkomen
- erscheinen Buchook | auch a.uitkomenuitkomen
- (aus)kommenuitkomenuitkomen
- uitkomen
- sich erfüllen, sich verwirklichen, stimmenuitkomenuitkomen
- uitkomen
- ans Licht ( an den Tag) kommen, herauskommenuitkomenuitkomen
- (hervor)sprießen, ausschlagen Pflanzenuitkomenuitkomen
- (aus)schlüpfen aus dem Eiuitkomenuitkomen
- uitkomen
- münden Straßeuitkomenuitkomen
- antretenuitkomen sport | SportSPORTuitkomen sport | SportSPORT
- uitkomen
exemples
- doen ( laten) uitkomen
- uitkomen voor figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig(ein)gestehen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
- uitkomen voorsich bekennen zu (datief, 3e naamval | Dativdat)
masquer les exemplesmontrer plus d’exemples