„toen“: bijwoord toen [tuˑn]bijwoord | Adverb adv Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) dann, da, damals dann, da toen toen damals toen toen exemples toen kwam hij da kam er toen kwam hij van toen af (aan) von da an van toen af (aan) „toen“: voegwoord toen [tuˑn]voegwoord | Konjunktion, Bindewort konj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) als als toen toen exemples toen hij kwam als er kam toen hij kwam