„televisie“: zelfstandig naamwoord televisie [-ˈv̊iˑziˑ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Fernsehen, Fernseher Fernsehenonzijdig | Neutrum, sächlich n televisie televisie Fernsehermannelijk | Maskulinum, männlich m Gerät televisie televisie exemples (naar de) televisie kijken fernsehen (naar de) televisie kijken wat is er op de televisie? was gibt es im Fernsehen? wat is er op de televisie?