sluiten
[ˈslœyt-]werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn>Vue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- schließensluitensluiten
- zumachensluitensluiten
- sperren Grenze, Zugangsluitensluiten
- abschließen Vertragsluitensluiten
- eingehen Ehesluitensluiten