„scheet“: zelfstandig naamwoord scheet [sxeːt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <scheten> populair | populär, salopppop Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Furz, Schatz Furzmannelijk | Maskulinum, männlich m scheet scheet Schatzmannelijk | Maskulinum, männlich m Person scheet scheet exemples een scheet laten furzen een scheet laten om de scheet alle nase(n)lang om de scheet
„scheet“: onvoltooid verleden tijd scheetonvoltooid verleden tijd | Imperfekt impf Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) scheet → voir „schijten“ scheet → voir „schijten“