„prop“: zelfstandig naamwoord prop [prɔp]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-pen> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Ball, Pfropfen, Watte-Bausch, Blut-Pfropf, Knäuel Ballmannelijk | Maskulinum, männlich m prop Knäuelmannelijk | Maskulinum, männlich mof | oder odonzijdig | Neutrum, sächlich n prop prop Pfropfenmannelijk | Maskulinum, männlich m prop prop (Watte-)Bauschmannelijk | Maskulinum, männlich m prop prop (Blut-)Pfropfmannelijk | Maskulinum, männlich m prop prop exemples op de proppen komen met omgangstaal | umgangssprachlichumg zur Sprache bringen omgangstaal | umgangssprachlichumg op de proppen komen met omgangstaal | umgangssprachlichumg op de proppen komen met herausrücken mit (datief, 3e naamval | Dativdat) op de proppen komen met