„plaatselijk“: bijvoeglijk naamwoord plaatselijk [ˈ-sələk]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) örtlich, lokal örtlich, lokal plaatselijk plaatselijk exemples plaatselijke pers Lokalpressevrouwelijk | Femininum, weiblich f plaatselijke pers plaatselijke tijd Ortszeitvrouwelijk | Femininum, weiblich f plaatselijke tijd plaatselijk verkeeronzijdig | Neutrum, sächlich n Ortsverkehrmannelijk | Maskulinum, männlich m plaatselijk verkeeronzijdig | Neutrum, sächlich n