„oogje“: onzijdig oogje [ˈoːxĭə]onzijdig | Neutrum, sächlich n <-s> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Äuglein Äugleinonzijdig | Neutrum, sächlich n oogje oogje exemples een oogje dichtknijpen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ein Auge zudrücken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een oogje dichtknijpen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een oogje hebben (of | oderod laten vallen) op figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ein Auge (of | oderod einen Blick) werfen auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een oogje hebben (of | oderod laten vallen) op figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een oogje in het zeil houden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig (die Sache) im Auge behalten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een oogje in het zeil houden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een oogje in het zeil houden nach dem Rechten sehen een oogje in het zeil houden masquer les exemplesmontrer plus d’exemples