„nodig“: bijvoeglijk naamwoord nodig [ˈnoːdəx]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) nötig, notwendig, dringend, üblich nötig, notwendig nodig nodig dringend nodig omgangstaal | umgangssprachlichumg nodig omgangstaal | umgangssprachlichumg üblich nodig nodig exemples nodig hebben brauchen, benötigen, bedürfen (genitief, 2e naamval | Genitivgen) nodig hebben nodig zijn ook | aucha. benötigt werden nodig zijn zo nodig wenn nötig, gegebenenfalls zo nodig zo nodig omgangstaal | umgangssprachlichumg (ja) unbedingt omgangstaal | umgangssprachlichumg zo nodig omgangstaal | umgangssprachlichumg masquer les exemplesmontrer plus d’exemples