„klos“: zelfstandig naamwoord klos [klɔs]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-sen> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Spule, Garn-Rolle, Klöppel, Spindel Spulevrouwelijk | Femininum, weiblich f klos klos (Garn-)Rollevrouwelijk | Femininum, weiblich f klos klos Klöppelmannelijk | Maskulinum, männlich m klos klos Spindelvrouwelijk | Femininum, weiblich f klos klos exemples een klos garen eine Rolle Zwirn, eine Garnrolle een klos garen de klos zijn omgangstaal | umgangssprachlichumg der Dumme sein omgangstaal | umgangssprachlichumg de klos zijn omgangstaal | umgangssprachlichumg