„gooi“: zelfstandig naamwoord gooi [ɣ̊oːĭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Wurf Wurfmannelijk | Maskulinum, männlich m gooi gooi exemples een gooi doen naar figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig sein Glück versuchen (beidatief, 3e naamval | Dativ dat) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een gooi doen naar figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een gooi doen naar tippen auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) een gooi doen naar