„fijn“: bijvoeglijk naamwoord fijn [fɛĭn]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) fein, zart, toll, schön, fromm, orthodox fein fijn fijn zart fijn fijn toll, schön fijn fijn fromm, orthodox fijn fijn exemples het fijne van de zaak die Einzelheitenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl (der Sache) het fijne van de zaak