capaciteit
[-siˑˈtɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv substVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- Kapazitätvrouwelijk | Femininum, weiblich fcapaciteitcapaciteit
- Fähigkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich fcapaciteit figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfigcapaciteit figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
- Fassungsvermögenonzijdig | Neutrum, sächlich ncapaciteitcapaciteit