„afzienbaar“: bijvoeglijk naamwoord afzienbaar [-ˈsiˑm-]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) absehbar absehbar afzienbaar afzienbaar exemples binnen (of | oderod in) afzienbare tijd in absehbarer Zeit binnen (of | oderod in) afzienbare tijd