„herum“ herum [-ˈʀʊm] Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) rond, om, in het rond rond(om), om(heen), in het rond herum herum exemples um … (Akkusativ | accusatief, 4e naamvalakk) herum rond(om) …, om … (heen) um … (Akkusativ | accusatief, 4e naamvalakk) herum falsch herum achterstevoren ondersteboven falsch herum herum sein Zeit voorbij (oder | ofod om) zijn herum sein Zeit