„abblitzen“ abblitzen umgangssprachlich | omgangstaalumg Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) iemand afschepen zij heeft hem een blauwtje laten lopen bij iemand geen succes hebben exemples jemanden abblitzen lassen iemand afschepen jemanden abblitzen lassen sie hat ihn abblitzen lassen zij heeft hem een blauwtje laten lopen sie hat ihn abblitzen lassen bei jemandem abblitzen bij iemand geen succes hebben bei jemandem abblitzen