„vraag“: zelfstandig naamwoord vraag [v̊raːx]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <vragen> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Frage, Bitte, Nachfrage Fragevrouwelijk | Femininum, weiblich f vraag vraag Bittevrouwelijk | Femininum, weiblich f vraag vraag Nachfragevrouwelijk | Femininum, weiblich f vraag economie | WirtschaftWIRTSCH vraag economie | WirtschaftWIRTSCH exemples vraag vooraf Vorfragevrouwelijk | Femininum, weiblich f vraag vooraf vraag en aanbod economie | WirtschaftWIRTSCH Angebotonzijdig | Neutrum, sächlich n und Nachfragevrouwelijk | Femininum, weiblich f vraag en aanbod economie | WirtschaftWIRTSCH het is de vraag ook | aucha. es fragt sich het is de vraag dat is nog de vraag ook | aucha. das bleibt dahingestellt dat is nog de vraag er is veel vraag naar iets iets | etwasetwas ist sehr gefragt er is veel vraag naar iets aan de vraag voldoen economie | WirtschaftWIRTSCH die Nachfrage befriedigen aan de vraag voldoen economie | WirtschaftWIRTSCH masquer les exemplesmontrer plus d’exemples