„voorhanden“: bijvoeglijk naamwoord voorhanden [-ˈhɑndə(n)]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) vorhanden, vorrätig, auf Lager vorhanden voorhanden voorhanden vorrätig voorhanden voorhanden ook | aucha. auf Lager voorhanden economie | WirtschaftWIRTSCH voorhanden economie | WirtschaftWIRTSCH