„visie“: zelfstandig naamwoord visie [ˈv̊iˑziˑ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Sicht, Einsicht, Weitblick, Gesamtkonzept Sichtvrouwelijk | Femininum, weiblich f visie visie Einsichtvrouwelijk | Femininum, weiblich f visie visie Weitblickmannelijk | Maskulinum, männlich m visie visie Gesamtkonzeptonzijdig | Neutrum, sächlich n visie visie