„uitlaten“: werkwoord uitlaten [ˈ-laːt-]werkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) aus-, heraus-, hinauslassen, ausführen aus-, heraus-, hinauslassen uitlaten uitlaten ausführen Hund uitlaten uitlaten exemples zich uitlaten over sich äußern zu (datief, 3e naamval | Dativdat) (of | oderod überaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) sich auslassen über (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) zich uitlaten over