toestand
[ˈtuˑstɑnt]zelfstandig naamwoord | Substantiv substVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- Zustandmannelijk | Maskulinum, männlich mtoestandLagevrouwelijk | Femininum, weiblich ftoestandBefindenonzijdig | Neutrum, sächlich ntoestandtoestand
exemples
- blijvende toestandDauerzustandmannelijk | Maskulinum, männlich m
- dat zijn toestandenmeervoud | Plural pl! omgangstaal | umgangssprachlichumg , wat een toestandenmeervoud | Plural pl!aber so was! omgangstaal | umgangssprachlichumg
- dat zijn toestandenmeervoud | Plural pl!das sind so Geschichten!