„toekomen“: werkwoord toekomen [ˈtuˑkoːm-]werkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) zukommen, zustehen, ankommen, gehören zukommen (datief, 3e naamval | Dativdat) toekomen toekomen zustehen (datief, 3e naamval | Dativdat) toekomen gehören (datief, 3e naamval | Dativdat) toekomen toekomen ankommen toekomen Vlaams | flämischfläm toekomen Vlaams | flämischfläm exemples toekomen aan kommen zu (datief, 3e naamval | Dativdat) dazu kommen zu +onbepaalde wijs (het hele werkwoord) | Infinitiv inf toekomen aan toekomen met auskommen mit (datief, 3e naamval | Dativdat) Geldet cetera, enzovoort(s) | et cetera, und so weiter etc toekomen met doen toekomen zukommen lassen, zustellen doen toekomen