„tent“: zelfstandig naamwoord tentzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Zelt, Bude, Lokal Zeltonzijdig | Neutrum, sächlich n tent tent Budevrouwelijk | Femininum, weiblich f tent omgangstaal | umgangssprachlichumg Lokalonzijdig | Neutrum, sächlich n tent omgangstaal | umgangssprachlichumg tent omgangstaal | umgangssprachlichumg exemples iemand uit zijn tent lokken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig jemanden aus der Reserve locken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iemand uit zijn tent lokken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig