„spuit“: zelfstandig naamwoord spuit [spœyt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Spritze, Knarre, Gewehr Spritzevrouwelijk | Femininum, weiblich f spuit spuit Knarrevrouwelijk | Femininum, weiblich f spuit omgangstaal | umgangssprachlichumg Gewehronzijdig | Neutrum, sächlich n spuit omgangstaal | umgangssprachlichumg spuit omgangstaal | umgangssprachlichumg exemples spuit elf (geeft ook nog modder) omgangstaal | umgangssprachlichumg da hat noch jemandiets | etwas etwas völlig Unerhebliches zu melden omgangstaal | umgangssprachlichumg spuit elf (geeft ook nog modder) omgangstaal | umgangssprachlichumg