„show“: zelfstandig naamwoord show [ʃoːŭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Show, Schau Showvrouwelijk | Femininum, weiblich f show Schauvrouwelijk | Femininum, weiblich f show show exemples (alleen maar) voor de show nur (of | oderod reine) Schau (alleen maar) voor de show