„schuur“: zelfstandig naamwoord schuur [sxyːr]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <schuren> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Scheune, Schuppen Scheunevrouwelijk | Femininum, weiblich f schuur schuur Schuppenmannelijk | Maskulinum, männlich m klein schuur schuur