schuifelen
[ˈ-fələ(n)]werkwoord | Verb vVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- schlurfenschuifelen zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbznschuifelen zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn
- scharren mit den Füßenschuifelenschuifelen
- gleiten Schlangeschuifelenschuifelen
- pfeifenschuifelen Vlaams | flämischflämschuifelen Vlaams | flämischfläm
- zischen Schlangeschuifelenschuifelen