„schikken“: werkwoord schikkenwerkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) anordnen, passen, beilegen (an)ordnen schikken schikken passen schikken schikken beilegen schikken schikken exemples zich schikken (inof | oder od naar) sich fügen (datief, 3e naamval | Dativdatof | oder od inaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) zich schikken (inof | oder od naar) als het u schikt wenn es Ihnen passt als het u schikt het schikt nogal es geht so ziemlich het schikt nogal