ploeg
[pluˑx]zelfstandig naamwoord | Substantiv substVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- Pflugmannelijk | Maskulinum, männlich mploegploeg
- Gruppevrouwelijk | Femininum, weiblich fploegploeg
- Schichtvrouwelijk | Femininum, weiblich fploegploeg
- Mannschaftvrouwelijk | Femininum, weiblich fploeg sport | SportSPORTEquipevrouwelijk | Femininum, weiblich fploeg sport | SportSPORTploeg sport | SportSPORT
- (Turn-)Riegevrouwelijk | Femininum, weiblich fploegploeg