overgeven
[ˈoːv̊ər-]werkwoord | Verb vVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- übergebenovergevenovergeven
- überreichen, aushändigenovergevenovergeven
- overgeven
exemples
- zich overgevensich ergebenzich overgeven
- zich overgeven aansich ergeben (datief, 3e naamval | Dativdat)zich overgeven aan
- zich overgeven aan pejoratief, kleinerend | pejorativ, abwertendpejfrönen (datief, 3e naamval | Dativdat) pejoratief, kleinerend | pejorativ, abwertendpejzich overgeven aan pejoratief, kleinerend | pejorativ, abwertendpej