„oprukken“: werkwoord oprukken [ˈ-rɵk-]werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) vorrücken, vorstoßen vorrücken, vorstoßen oprukken oprukken