„liegen“: werkwoord liegenwerkwoord | Verb v Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) lügen lügen liegen liegen exemples er (maar) op los liegen das Blaue vom Himmel herunterlügen er (maar) op los liegen tegen iemand liegen jemanden an-, belügen tegen iemand liegen hij liegt dat hij zwart ziet er lügt wie gedruckt hij liegt dat hij zwart ziet