„klimmen“: werkwoord klimmenwerkwoord | Verb v <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) steigen, klettern, zunehmen, wachsen steigen klimmen klimmen klettern klimmen klimmen ook | aucha. zunehmen, wachsen klimmen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig klimmen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig exemples bij het klimmen der jaren mit zunehmendem Alter bij het klimmen der jaren in een boom klimmen auf einen Baum klettern (of | oderod steigen) in een boom klimmen