„klets“: zelfstandig naamwoord klets [klɛts]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Schlag, Klecks, Guss, Geschwätz, Klatsch Schlagmannelijk | Maskulinum, männlich m klets Klatschmannelijk | Maskulinum, männlich m klets klets Klecksmannelijk | Maskulinum, männlich m klets klets Gussmannelijk | Maskulinum, männlich m klets klets Geschwätzonzijdig | Neutrum, sächlich n klets omgangstaal | umgangssprachlichumg klets omgangstaal | umgangssprachlichumg exemples wat een klets! omgangstaal | umgangssprachlichumg so ein Quatsch! omgangstaal | umgangssprachlichumg wat een klets! omgangstaal | umgangssprachlichumg