handvaardigheid
[-ˈfaːrdəxɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv substVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- Finger-, Handfertigkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich fhandvaardigheidhandvaardigheid
- Werkunterrichtmannelijk | Maskulinum, männlich m Schulehandvaardigheidhandvaardigheid