„gunst“: zelfstandig naamwoord gunst [ɣ̊ɵnst]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Gunst Gunstvrouwelijk | Femininum, weiblich f gunst gunst exemples een gunst bewijzen eine Gunst erweisen een gunst bewijzen bij iemand in de gunst komen (of | oderod raken) jemandes Gunst erwerben (of | oderod erlangen) bij iemand in de gunst komen (of | oderod raken)