gemak
[-ˈmɑk]onzijdig | Neutrum, sächlich n <-ken>Vue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- Bequemlichkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich fgemakgemak
- Leichtigkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich fgemakgemak
- Annehmlichkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich fgemakgemak
- Kloonzijdig | Neutrum, sächlich ngemak omgangstaal | umgangssprachlichumgToilettevrouwelijk | Femininum, weiblich fgemak omgangstaal | umgangssprachlichumggemak omgangstaal | umgangssprachlichumg
- voor het gemak → voir „gemakshalve“voor het gemak → voir „gemakshalve“
exemples
- met (het grootste) gemak
- met gemak van betalingzu günstigen Zahlungsbedingungen
- op zijn gemak
masquer les exemplesmontrer plus d’exemples